Gentse Vereniging voor Stad Archeologie Landschap Monument

datum: 1/5/2015 tot en met 4/5/2015
aanvang: 7:00u
locatie: P&R van Gentbrugge-Arsenaal

IN DE REEKS “GEEN SANT IN EIGEN LAND” & “TUREN BIJ DE BUREN”...
"HENEGAU... ZEI U HENEGAU?"

Mons (Bergen) is in 2015 één der drie culturele hoofdsteden van Europa. Hoog tijd voor een update van 1 tot en met 4 mei 2015 in een vierdaagse historische, archeologische, architecturale en landschappelijke verkenning van bekende en minder bekende aspecten van onze zuiderbuur Henegouwen…

DAG 1 - VRIJDAG 1 MEI
Vertrekken doen we een uurtje late dan gewoonlijk: om 7:00 's morgens op de P&R van Gentbrugge-Arsenaal. Onze eerste etappe is RONSE op de taalgrens voor een dubbele koffiepauze met streekgerechten, eerst in Brasserie Harmonie en daarna in het Local Unique, tegenover elkaar gelegen op de Grote Markt: Belle Epoque cafés met unieke niet te missen tegeltableaus...
De vroegste geschiedenis van Ronse is volgens de legende verbonden met Sint-Amandus, de Ierse prediker die op zijn tocht door de Nederlanden o.a. in Gent de Sint-Pietersabdij stichtte maar ca. 630 ook een Merovingisch monasterium quod dicitur Rodenacum waarnaast nadien de huidige gotische Sint-Hermeskerk is gebouwd, getuige het archeologisch onderzoek uit 2009 op Keltische en Gallo-Romeinse resten (behouden romaanse crypte eind 11de eeuw). Van dit klooster is de fundering van de 11de-eeuwse Sint-Pieterskerk na de Tweede Wereldoorlog opnieuw blootgelegd.
Ronse was sinds de 9de eeuw vooral een belangrijke bedevaartplaats: Sint-Hermes, een Romeinse martelaar uit de 2de eeuw, werd er aanroepen tegen geestesziekte en bezetenheid (cf. bekende Fiertelommegang). Een korte stadswandeling brengt ons naar deze 'Vrijheid', de enclave met haar bekende 3-kerken-complex als middelpunt van het geherwaardeerde historisch stadscentrum rond het Kaatsspelplein, voor een bezoek aan de recent gerealiseerde geslaagde reconversie tot winkelcentrum van de oude Sint-Martenskerk met haar romaans-gotische toren.

We wippen over de taalgrens in Henegouwen voor een kort bezoek aan het exterieur van de 'Ferme du Temple' in SAINT-LÉGER, aan de resten van een afgelegen maar architecturaal belangrijke 13de-eeuwse Commanderie van de Orde der Tempeliers. Deze zelfs op Europees niveau unieke resten in fraaie overgangsstijl van romaans naar Scheldegotiek vormen een dankbare inleiding tot ons bezoek aan Doornik. Tevens interessant vergelijkingsmateriaal voor middeleeuwse gebouwen in Doornikse steen binnen Gent. Een bouwarcheologisch onderzoek en restauratie van deze bouwkundige getuige van de Tempelorde, afgeschaft op bevel van de Franse koning Philippe le Bel in 1307, dringt zich op.

Aansluitend gaat het naar TOURNAI (DOORNIK), het Gallo-Romeinse Turnacum waar de wieg stond van het huidige Frank(en)rijk, en waarvan de sinds de Romeinse periode in de omgeving ontgonnen typische grijze Doornikse kalksteen in de middeleeuwen zo belangrijk is geworden als duurzaam bouwmateriaal, stroomafwaarts de Schelde tot in Gent - een stad waarmee (bisdom) Doornik in de middeleeuwen meermaals verbonden was. We maken kennis met wat in mei 1940 voor de Duitse brandbommen in de historische binnenstad van de Doornikse architectuur gespaard bleef, tijdens een stadswandeling op zoek naar resten van romaanse en gotische huizen, en naar de typisch Doornikse bak- en natuursteen renaissance bouwstijl. We vertrekken aan het 13de-eeuwse Kruisherenklooster en kuieren door de wijk rond Sint-Brixiuskerk (interessant gerestaureerd romaans interieur).

Voor onze gemeenschappelijk middagmaal houden we halt in het kader van het stadsvernieuwing- project 'Bas Quartier' rond Place Saint Pierre. We bezoeken aansluitend de aan gang zijnde restauratiewerken aan exterieur en interieur (unieke kapitelen) van de monumentale romaanse kathedraal (UNESCO-werelderfgoed), en vervolgen onze stadswandeling o.a. langs het belfort (oudste van België 1188, UNESCO werelderfgoed), de concertzaal (1822 arch. Bruno Renard, vooral bekend om zijn ontwerp voor le Grand Hornu 1825), de rue des Jésuites (kerk, college, gotische huizen), het stadhuis (gewezen Sint-Martinusabdij, aangepast 1839 arch. Renard), het Huis Pion (1936 arch. Lacoste), het Museum voor Schone Kunsten (1912-1928 arch. Victor Horta), de markt (lakenhalle, Sint-Kwintenskerk, restauratieproject Tour Rouge), de buurt van de Sint-Jacobskerk (12de-14de eeuws, belangrijkste kerk in Doornik na de kathedraal, interessant gerestaureerd Scheldegotisch interieur) en de gewezen Berg van Barmhartigheid (arch . Wenzel Coberger 1625, nu archeologisch museum). Afronden doen we met de zeldzame resten van de 12de-eeuwse leprozij in de Faubourg de Lille (gerestaureerde romaanse kapel), en natuurlijk de bekende Pont des Trous...

LEUZE-EN-HAINAUT krijgt onze bijzondere aandacht want ooit liet Gent de wereldberoemde verzameling oldtimers van de garage Mahy vertrekken... we bezoeken nu de 'verloren zoon' op zijn nieuwe vestiging over de taalgrens voor een geleid bezoek aan Mahymobiles ofte Musée Communal de l'Automobile...

In AUBECHIES (BELOEIL) krijgen we een geleid bezoek (in Nederlandse taal) aan het Archéosite d'Aubechies met zijn prehistorische, proto-historische en Gallo-Romeinse wetenschappelijke reconstructies, de Domus Romana reconstructie, en de nieuwe afdeling Léonce Demarez - 1933-2006, oprichter van het museum - gewijd aan geloof en rites in de oudheid) - gevolgd door een kennismaking met het dorpje Auberchies gerekend tot "les plus beaux villages de Wallonie" (kort bezoek aan romaans Saint-Gérykerkje - archeologische restauratie van romaanse ruïne, zegge een verantwoorde reconstructie in 1900-1904 n.o.v. de Doornikse bisdomarchitect Sonneville - onder de kerk brachten opgravingen in de jaren 1960 de resten van een Romeinse tempel aan het licht)

Onze dag eindigt op de MONT-SAINT-AUBERT waar we overnachten in het Floréal Club Panoramique Hotel*** , op de top van deze getuigenheuvel waar we avondeten en ontbijtbuffet gebruiken met uniek uitzicht op de 5 torens van de Doornikse kathedraal in de verte...

DAG 2 - ZATERDAG 2 MEI
Na het ontbijt starten we onze dag met een rondrit met stops vanuit DOORNIK voor kennismaking met het industrieel erfgoed van "Le Pays Blanc" - de verdwenen industrie van kalk- en cementovens sinds de middeleeuwen leverancier van natuursteen bouwmateriaal én de daarmee samengaande typische bouwstijl langsheen de Schelde tussen Doornik en Gent. We bezoeken de restauratie en reconversie tot woningen door Le Logis Tournasien van de 18de-eeuwse Fours Marousse & Madelon - de enige nog bewoonde kalkovens in de streek. Meer dan 200 jaar huisvesting voor generaties kalkovenarbeiders en werkplaatsen voor ovenmeesters: een site uniek in België. Voorbij aan het zgn. "Camp César" van Vaulx (de ruïne van een 12de-14de eeuws fort) bezoeken we de gerestaureerde 19e eeuwse kalkovens Almenach & Rivage St.-André aan de Schelde, en via de site van het nu verdwenen maar ooit welvarende kartuizerklooster van Chercq (inkompaviljoenen uit 1810 n.o.v. Doornikse arch. Renard).
Dan gaat het naar richting Franse grens waar in BLEHARIES (BRUNEHAUT) het kort bezoek volgt aan de dorpskerk St-Aybert - een meesterwerk van art-deco architectuur uit 1919-1926, het eerste belangrijke project van de bekende in 1885 te Doornik geboren architect, professor, archeoloog Henry Lacoste in het kader van de 'wederopbouw' na de Eerste Wereldoorlog.

Verder meanderend langs de Franse grens stappen we af in BERNISSART voor een kort geleid bezoek aan de in 2012 gerestaureerde 'Machine à Feu'. De restauratie en industrieel-archeologische reconstructie van de oudste en laatste getuige van pre-industriële steenkool ontginning op het Europees vasteland, gebouwd in 1781 als behuizing voor één der eerste Newcomen & Watt stoommachines voor het oppompen van grondwater uit de mijnschachten. Vandaag na jarenlange verwaarlozing in zijn oorspronkelijke toestand hersteld, met toevoeging van een evocatie van de 18e-eeuwse technische uitrusting. De gemeente verwierf in 1878 internationale bekendheid door de historische ontdekking tijdens de exploitatie van een lokale steenkoolmijn van 29 unieke gefossiliseerde skeletten van iguanodons - nu in het Natuurhistorisch Museum te Brussel.

In ATH (AAT) -de 'reuzenstad' (de reuzenevenement "La Ducasse" op de 4de weekend van augustus is niet te missen...)- maken we via een stadswandeling kennis met o.a. een geslaagde reconversie van een fabriek met watertoren, een unieke plaatstalen directeurswoning, stemmige straatjes en de relatief onbekende 12de-eeuwse "Tour Burbant" (donjon in opdracht van graaf Boudewijn IV van Henegau gebouwd binnen diens castrum, en de enige van het romaans-Normandische type in België - tijdgenoot van ons Gravensteen). Nu is hier het Cultuurhuis van Ath gevestigd. Op de grote markt worden we voor ons gemeenschappelijk middagmaal verwacht in een gekend gastronomisch restaurant, gevolgd door vrij bezoek aan de nabije 'Espace Gallo-Romain' (geopend 1997) - een dynamisch museum met als topper de Keltische boten opgegraven in het nabije Pommeroeul.

De volgende halte is CHIÉVRES (reeds vermeld door Eginhard in 828 en waar munt werd geslagen in 877 onder Karel de Kale) bij het graafschap Henegouwen ingelijfd in 11de eeuw en dat (naast de gotische castrale Sint Martinuskerk met haar merkwaardige belforttoren) nog twee belangrijke romaanse kapellen telt: de fraai gerestaureerde Chapelle de la Ladrerie ('maladrerie' of leprozerij gesticht in de 12de eeuw door Eva de Chièvres), een zeldzaam gaaf bewaard gebleven romaans plattelands-gebedshuis representatief voor alle verdwenen middeleeuwse exemplaren in de Lage Landen, en de Saint-Jean-Baptiste de Jérusalem (van een ander type, maar ook gesticht door Eva de Chièvres, nadien oratorium voor de Orde van Malta en in gebruik tot 1797) - twee kapellen waar we uiteraard afstappen voor fotostops...

Op weg naar MONS (BERGEN) volgt aansluitend een rondrit met fotostops via LE GRAND HORNU (neoklassieke industriële architectuur 1810-1830, cultureel centrum van de provincie Henegouwen o.a. het MAC Museum Hedendaagse Kunst en UNESCO-werelderfgoed, gebouwd voor industrieel Henri De Gorge n.o.v. Doorniks arch. Bruno Renard die zich inspireerde op Claude-Nicolas Ledoux' zoutstad Arc-et-Senans, annex woonwijk van 440 mijnwerkerswoningen; de Cité Hadès uit 1975-1981 n.o.v. de omstreden post-modernistische arch. Henri Guchez 1929-2002 - in 1971 redder van Le Grand Hornu en ontwerper van de extravagante Ecole d'Etat Spécialisé de Quaregnon 1985), en via FRAMERIES (met het indrukwekkende PASS in de voormalige steenkoolmijn Le Crachet - fraaie industriële 'architectuur-zonder-architecten' uit de jaren 1950 - sinds 1997 geslaagde reconversie tot museum wetenschappelijke en technische cultuur n.o.v. de beroemde Parijse arch. Jean Nouvel).

Ons einddoel die dag is uiteindelijk MONS, de Culturele Hoofdstad van Europa in 2015 (het is geleden van 2002 dat een Belgische stad culturele hoofdstad van Europa was - nl. Brugge). De hele stedelijke infrastructuur kreeg voor 2015 een face-lift. Mons bezit een grotendeels intacte middeleeuwse stadskern en is bekend door zijn jaarlijkse folkloristische optocht "La Ducasse" met de draak "Doudou" (sinds 1349 nu UNESCO immaterieel werelderfgoed).
We beginnen onze kennismaking met een gecombineerde rondrit-wandeling "Mons s'est fait peau-neuve" - deel 1: een stadswandeling via de gerestaureerde neo-egyptische vrijmetselaar tempel 'La Parfaite Union' (n.o.v. arch. Puchot 1890 - gesticht 1721 als vermoedelijk oudste van het vasteland), het voormalig modernistische socialistisch Volkshuis, de heraanlegde omgeving van de Place Louise met haar merkwaardige astronomische obelisk van Jean Houzeau de Lehaie (botanicus, archeoloog), de 'gare-passerelle' (het nieuwe station begonnen 2013, n.o.v. arch. Santiago Calatrava uit het Spaanse Valencia) - een rondrit via de Lotto-Expohal met ondergronds Waals Rijksarchief (1999-2011), het nieuwe congres centrum MICX achter het station (2013, n.o.v. Pools-Amerikaanse 'sterarchitect' Daniel Libeskind, ontwerper van o.a. het Joods museum te Berlijn), en verder een stadswandeling langs recente reconversies en nieuwbouw o.a. de Arsonic concertzaal en centrum hedendaagse muziek (reconversie oude brandweerkazerne, 2009-2013 n.o.v. arch. Holoffe & Vermeersch), de restauratie en face-lift van de middeleeuwse toren Valenciennoise (1358, 2009), het Nieuw Gerechtshof (2002-2007 - deels reconversie, deels nieuwbouw n.o.v. arch. Bureau Aura, Mons), het Théatre du Manège (reconversie Manège Sury 2006, n.o.v. arch. Pierre Hebbelinck, Liège), het cultureel centrum Fondation Mons 2015 (reconversie oude kunstacademie rue de Nimy, 2013 n.o.v. arch. Federico Alegria), het woonproject Corps de Ville (ter plaatse van oude kazerne Léopold 2012, arch. Atelier Matador, Mons en Robbrecht & Daem, Gent).

Op weg naar ons hotel vervolgen we onze rondrit via de reconversie van het voormalig pompstation 'La Machine à Eau' (gebouwd 1870 voor aanvoer drinkwater uit Spiennes, gerestaureerd 1995, 2015 uitbreiding n.o.v. arch. Hebbelinck als Mons Mémorial Museum 1914-1918).
Overnachten doen we in het Mercure Hotel Mons**** (Nimy) - superrustig gelegen midden van het uitgestrekte Bois des Dames (overblijfsel van het gewezen Kolenwoud) aan een eeuwenoude Chaussée Brunehault. Na het inchecken volgt ons gemeenschappelijk avondeten in het huisrestaurant met terras Le Lumeçon.

DAG 3 - ZONDAG 3 MEI
Na het ontbijt in het hotel waar we 2 nachten verblijven, bezoeken we de historische stadskern van MONS tijdens een stadswandeling "Mons s'est fait peau-neuve" - deel 2. Vertrekkende aan de voet van de toren van Saint-Waudru maken we kennis met het rijke historische en recente bouwkundig patrimonium: restauratie en reconversie 17de-eeuwse kapel Ursulinenklooster tot 'Artothèque' (2015 arch. Atelier Gigogne); kort bezoek collegiale kapittelkerk Saint-Waudru (Sint-Waltrudis) 15de (koor)-16de-17de eeuw (transept, schip, toren) in Brabantse gotiek (interieur met o.a. Le Car d'Or - de Lod. XVI vergulde koets van 'La Ducasse', 16de eeuws werk van gekende architect-beeldhouwer Jacques Du Broeucq, fraai orgel Lod. XVI); de hedendaagse integratiearchitectuur van de jeugdherberg (2001 arch. Bureau Aura, Mons); de site van het verdwenen kasteel van de graven van Henegouwen met de romaanse kapel Sainte-Calixte (oudste religieuze gebouw van Mons, archeologisch museum); het enige barokke belfort in België (1662-1671, in restauratie, UNESCO-werelderfgoed); de 'tuin van de burgemeester' (sinds 1936 publiek toegankelijke binnenpercelen); de grote markt (ensemble 16e-18e eeuwse huizen) met stadhuis (begonnen 15e eeuw); het oude justitiepaleis (1848, arch. Huriau) met kunstwerk 2015; het Maison Losseau (1899-1910, unieke art nouveau interieurs van Paul Saintenoy, Henri Sauvage en Emile Gallé, heropend 2015); de uitbreiding van het gerechtsgebouw (2001 arch. Doré & Sobczak, Mons); het BAM (Museum voor Schone Kunsten, 2007 arch. Christian Menu, Parijs); het Modernistisch Provinciehuis (1939-1953 arch. Gauquié & Godin); de stadskernvernieuwing (inbreiding) naast de Grote Markt...
We verlaten Mons voor onze volgende bestemming - SPIENNES. De neolithische vuursteenmijnen van Petit-Spiennes (UNESCO- werelderfgoed) behoren tot de oudste en grootste van Europa (Michelsbergcultuur 4200 tot 2500 v.o.t.) - vrij bezoek recent geopend 'Centre d'Interpretation' (2015, n.o.v. arch. Holoffe & Vermeersch) (een geleid bezoek met archeoloog is aangevraagd).

Te ESTINNES-BONNE ESPERANCE, in de gerestaureerde molen annex brouwerij en bakkerij van de voormalige norbertijnerabdij Bonne-Espérance, gebruiken we ons gemeenschappelijk middagmaal (proefsessie van artisanaal abdijbrood, -kaas, -paté en -bier). Gesticht in 1130 is Bonne-Espérance de enige abdij in Henegouwen waarvan de gebouwen ontsnapten aan vernielingen van de Franse Revolutie (gelegenheid kort bezoek 18e-eeuwse exterieur).

Met gesterkte inwendige mens kunnen we de stadswandeling in het nabije BINCHE aanvatten - het 'Carcassonne' van Wallonië en de 'hoofdstad' van het carnaval (cf. de wereldberoemde 'Gilles') - de stad pronkt met haar herwaardering van de grotendeels intacte stadsomwalling (12de eeuw - een unicum in België) en de vrijgelegde fundering van de burcht van gravin Yolande van Geldern (in de 12de eeuw gesticht door haar echtgenoot Boudewijn III van Henegouwen op een rotspunt aan de rivier de Samme), vanaf 1545 herbouwd als luisterrijk paleis op de plaats van de middeleeuwse donjon in opdracht van Maria van Hongarije o.l.v. bouwmeester-beeldhouwer Jacques Dubroeucq - (afgewerkt in zomer 1549 bij het bezoek van haar broer Keizer Karel en diens zoon Filips II, maar vijf jaar later al tot as herleid door troepen van de Franse koning Henri II tijdens de zgn. 'Sac de Binche').
Het vervolg van de wandeling verloopt via het stadhuis (14de eeuw, gelijkvloers voormalige vleeshalle) met belfort (16e eeuw n.o.v. Jacques Du Broeucq, één van de 56 belforten erkend als UNESCO-werelderfgoed) en de 'caves Bette' - de resten van de refuge der abdij Bonne-Espérance (13de eeuw).
Op weg naar onze volgende etappe houden we een fotostop aan het grootste nog bestaande neogotische station van België (1905-1911 ter vervanging van station uit 1851, beschermd 1978 - belangrijkste ontwerp van arch. Pierre Langerock Gent 1859-1923 - studeerde af aan Sint-Lucas Gent in 1881). Op de stationssquare het zgn. Onafhankelijkheidsmonument (1931, neogotische stijl met beelden van Gentse beeldhouwer Aloïs De Beule) in centrum van een neogotische borstwering met acht bronzen beelden van belangrijke figuren uit Binche's geschiedenis.

Na het bezoek aan de uniek gelegen Sint-Ursmarus collegiale van LOBBES - de oudste nog bestaande kerk van België gesticht in de Merovingische periode en in steen gebouwd door de monniken van de (verdwenen) benedictijnenabdij van Lobbes, met een Karolingisch benedenkerk als basis van één der gaafste vroegromaanse kerken van België (koor, crypte, toren, portaal 11de eeuw) - volgt een ritje met een historische tram naar THUIN (met speciaal voor ons ingezette museum rijtuigen resp. uit 1893, 1901 en 1918), waarna we het Buurtspoorwegmuseum aldaar vrij kunnen verkennen en een bezoek brengen aan de 'Ville Haute' - de oude bovenstad met het belfort (UNESCO- werelderfgoed), de middeleeuwse stadsmuren en de zgn. 'hangende tuinen' (wijngaarden)

Via het aan zuidelijke stadsrand van THUIN gelegen Bois du Grand Bon Dieu, de site van het Oppidum Atuaticorum, op basis van recente studies en archeologische vondsten aanvaard als het (wel nog op te graven) oppidum van de stam der Aduatieken, een belangrijke versterkte Gallische nederzetting uit de late IJzertijd op de grens tussen de Nerviërs en de Eburonen, belegerd en veroverd tijdens een legendarische veldslag met Julius Caesar in 57 v.o.t., rijden we naar MONTIGNIES-SAINT-CHRISTOPHE voor een avondwandeling naar de prachtig gelegen maar als oorspronkelijk omstreden Romeinse brug op een diverticulum (afslag) van de heirbaan Bavay-Reims, een brug voor het eerst vermeldt in de 10de eeuw in het testament van St.Aldegonde en verschillende malen hersteld sinds de middeleeuwen, "hard" gerestaureerd in 1986 (beschermd monument sinds 1962, de omgeving in 1973, en opgeteld onder de 300 belangrijkste bruggen van Europa).

Voor onze laatste overnachting verblijven we opnieuw in het Mercure Hotel Mons**** (Nimy) - na het gemeenschappelijk avondeten in het huisrestaurant.

DAG 4 - MAANDAG 4 MEI
Na het ontbijt halen we ons na een korte rit een frisse neus in het culturele kwartier van MONS tijdens de stadswandeling "Mons s'est fait peau-neuve - deel 3", langs recente restauraties en reconversies van historisch en industriëel-archeologisch bouwkundig patrimonium in het kader van "Mons Culturele Hoofdstad van Europa": de reconversie van een neogotisch klooster en kerk in het historische stadscentrum in een buurt met statige 18de-eeuwse herenhuizen (Design Hotel Dream, rue de la Grande Triperie), de Cour Carré des Arts (Hoger Kunstonderwijs in voormalige Willem I kazerne 1824, aanpassing 2013 n.o.v. arch. AGWA, Brussel - overdekking atrium met textielmembraan Veldeman), de rue des Chartriers (voormalig hospice des Chartriers 1729 arch. Nicolas de Brissy, nu seniorenresidentie; voormalige drukkerij), het voormalig hospice der Zwarte Zusters en klooster der Ongeschoeide Karmelieten (nu de ateliers van de universiteit van Mons), de reconversie van het Oud Slachthuis (1854, kunstencentrum 2005 n.o.v. arch. Atelier Matador), en het DOA - nieuw centraal depot van het Henegouws cultureel patrimonium (2011, voor 50.000 kunstwerken en museum voorwerpen, geslaagde reconversie van Modernistische normaalschoolcomplex uit eind jaren 1930, n.o.v. Luikse arch. Hebbelinck & de Wit - winnaar van Europese architectuurwedstrijd in 2004, eerste steen 2011)

Vanuit Mons meanderen we richting La Louvière via Obourg naar HOUDING-GOEGNIES langs het UNESCO-werelderfgoed van de vier nog werkende historische scheepsliften van het Canal du Centre beginnend met fotostop in Thieu aan aan de spectaculaire scheepslift nr. 4 annex pompgebouw (begonnen 1882). Verderop aan het Centrumkanaal bezoeken we kort het interieur van het pompmachinegebouw van Bracquegnies, gevolgd door een korte wandeling voorbij aan de hydraulische scheepliften nrs. 2 & 3 (geconstrueerd resp. 1892 en 1913).

In het nabije HOUDING-AIMERIES bezoeken we de meest gave der behouden Waalse mijnsites Bois du Luc (uitbating + woonwijk), één der oudste nog bewaarde van België (gesticht 1838 - gestopt 1973) - UNESCO-werelderfgoed samen met Bois de Cazier (Marcinelle), Le Grand Hornu (Mons) en het PASS (Frameries). Met een wandeling langs het exterieur der mijngebouwen (ateliers, kantoren) en dito modeldorp uit 1838-1856 (166 woningen, dienstgebouwen, kruidenier, beenhouwerij, maalderij, café met brouwerij en ijskelder, feestzaal, park met muziekkiosk, scholen, bibliotheek, ziekenhuis, kerk, villa's voor ingenieurs, onder toezicht van het kasteel van de directeur) zal ons het unieke van deze site duidelijk worden.
We vervolgen onze 'retrospectieve' in het Waalse industrieel erfgoed met een kort bezoek aan twee 'moderne monumenten', unieke reconversies van twee architecturale meesterwerken. Een eerste fotostop is aan de voet van een 'Tour Albert' in 'pacquet boat style' , laatste relict van de in 1827 gestichte en 1978 ontmantelde en gesaneerde 'Charbonnage Saint-Albert' (schachttoren eind jaren 1930 - sinds 2004 samen met de aanpalende gebouwen en behouden machinerie als beschermd monument in gebruik door de Technische Diensten van de Stad Binche). Onze tweede fotostop is aan de nabije gerestaureerde betonreus 'Lavoir de Péronnes'. Een 'kathedraal' in beton en glas, laatste rest van de in 1863 gestichte en in 1969 stopgezette 'Puits Sainte-Barbe' (beschermd monument 2002), een functionele betonarchitectuur gerealiseerd anno 1954 met hulp van het na-oorlogse Marchallplan. In 1996 aangekocht door de stad Binche midden een in te richten natuurgebied met behouden industrieel erfgoed dat in 2016 een aantal Waalse federale wetenschappelijke en archeologische instituten moet huisvesten.

Terug in HOUDING-GOEGNIES doen we als laatste de hydraulische scheeplift nr. 1 uit 1888 aan, als inleiding tot ons gemeenschappelijk middagmaal in de zgn. 'Cantine des Italiens' (restaurant in de als monument beschermde huisvesting voor gastarbeiders uit 1946).

Aansluitend krijgen we in NIVELLES (NIJVEL) een geleid bezoek (met Nederlandstalige gids) aan de parel van deze stad: de reusachtige voormalige abdijkerk Sainte-Gertrude en haar archeologische crypte. Dit belangrijk romaans monument net over de grens van Waals Brabant is een ommetje waard: in 2010 is, voorafgaand aan de heraanleg van de omgeving van de collegiale, een grootschalig archeologisch bodemonderzoek van de omliggend plein afgesloten. Als grootste romaanse kerk van België met een dito romaanse crypte is ze de enige overblijvende van de drie kerken gesticht in Ottoons-romaanse (ofte Maas- en Rijnlandse) stijl gekenmerkt door een oost- én westkoor, en een 'keizertribune'. De collegiale heeft net als het centrum van Nijvel sterk te lijden gehad van oorlogsschade na bombardementen tijdens WO2 en is nadien 'archeologisch' gerestaureerd en gereconstrueerd waarbij voor de oorspronkelijke architectuur is gekozen, met weglating van alle gotische en latere verbouwingen en toevoegingen. Archeologisch onderzoek bracht aan het licht dat sinds de 7e eeuw Merovingische en Karolingische gebedshuizen aan de huidige kerk voorafgingen.

Ter vergelijking met de vorige abdijkerk staat een bezoek aan de bescheidener maar bouwhistorisch minstens even boeiende voormalige 'koninklijke abdijkerk' Sint Vincent van SOIGNIES (ZINNIK) op ons programma. Bekend om zijn steengroeven (deze collegiale is in lokale steen gebouwd) is dit stadje aan de Senne annex (verdwenen) abdij in de 7de eeuw gesticht door Vincent, een Frankisch edelman. Abdij en kerk werden vernield door Noormannen in 880. De Duitse keizer Otto I gaf in 965 opdracht aan de aartsbisschop van Keulen deze te laten herbouwen. De huidige kerk werd in 11de eeuw een versterkt bedevaartsoord (ommegang met relieken sinds 1262) en is een uitzonderlijke getuige van de romaanse bouwkunst in België met Normandische en Doornikse invloeden.

Onze finale etappe is LESSINES (LESSEN) - net als Soignies bekend om zijn steengroeven - met een korte stadswandeling via de Sint-Pieterskerk (9de -15de eeuw) en de rue des Moulins (Godshuis- hoeve, Dendermolen-mouteesten, 'Le Tordoir' mechanische bootlader porfiergroeves, Dendersluis). Het einddoel is het recent schitterend gerestaureerde Hôtel-Dieu Notre Dame à la Rose (gesticht 1242) voor een vrij bezoek (met audiogids Nederlands) als inleiding tot ons afscheidsdiner in museumkader - een rijkelijk 'Renaissance' menu volgens recepten van toenmalige kok Lancelot de Casteau - waarna we de terugreis naar Gent aanvatten via Geraardsbergen...

Voor GVSALM-leden is de deelnameprijs aan deze rijk gevulde vierdaagse studiereis in onze vertrouwde comfortabele bus, met drie overnachtingen in driesterrenhotels in volpension (ontbijt, middag- en avondeten) en talrijke bezoeken, zoals steeds, spijts stijgende kosten, toch “scherp” gehouden: per persoon 450€ in gedeelde kamer en 550€ in single kamer, waarvoor bij inschrijving zoals gewoonlijk als reservatie een voorschot wordt verwacht van 100€ per persoon in gedeelde en 150€ in single kamer op het GVSALM-bankrekeningnummer IBAN: BE57 4412 0720 0135 en BIC:KREDBEBB met vermelding "STUDIEREIS 2015" + code "DOUBLE", "TWIN" of "SINGLE".

Niet-leden dienen eerst lid te worden.
Het aantal plaatsen is opnieuw beperkt tot 48. Wie niet wil teleurgesteld zijn, schrijft dus snel in… (er is een wachtlijst maar zonder garantie…)

Om zoals vorig jaar nutteloze onkosten voor de GVSALM te vermijden kan slechts tot 2 maanden vóór begin van de reis zonder kosten geannuleerd worden, waarna voor administratiekosten de gestorte inschrijving mits afhouding van het voorschot kan terugbetaald worden. In de laatste maand, zelfs door overmacht, kan geen terugbetaling meer gebeuren gezien de vereniging de gedane reservaties volledig zal moeten vergoeden…
(Het staat de deelnemer vrij eventueel zelf een annulatieverzekering af te sluiten bij een maatschappij naar keuze.)

contactpersoon: Guido Deseijn
prijs: leden: 450€ / 550€
niet-leden: geen deelname door niet-leden