Gentse Vereniging voor Stad Archeologie Landschap Monument

4-daagse GVSALM-studiereis 29 april-2 mei 2017

"VAN HET WESTELIJK FRONT GEEN NIEUWS...???"

bilan 100 jaar herdenking van de “groote oorlog”

Archeologie, monumentenzorg, wederopbouw en museologie aan het westelijk front 1914-1918 van Ieper tot Verdun

Bezoeken aan grotere steden in de eertijds "verwoeste gewesten" zijn op deze studiereis bewust terzijde gelaten, omdat door hun aanpak en omvang van de wederopbouw elke stad op zich dikwijls een reis waard is. De meeste centra zijn deels (Arras) of volledig (Ieper) gereconstrueerd op een al of niet vernieuwd stratenplan, soms met neo-Vlaamse renaissance 'injecties' (Bailleul, Armentières), of met introductie van een soort regionale art-deco architectuur (Béthune, Cambrai, Lens).

FRONT 14 18

OPGELET: DE STUDIEREIS IS VOLGEBOEKT.

DAG EEN is onze eerste halte de gemeente Koekelare waar we in het gehucht Leugenboom het privé gerund 'Langer Max' museum bezoeken, en waar we op de koffie worden onthaald. De 'Langer Max' was een mega Duits kanon dat tijdens WO1 werd gebruikt voor het beschieten van Duinkerken. De bouw van deze 'Batterie Pommern' startte in 1915 (in 1916 voltooid). Pas 1917 in werking gesteld viel het op 16 oktober 1918 in handen van Belgische soldaten.

Definitief start onze studiereis deze eerste dag in Nieuwpoort, met het bezoek aan het Albert I monument en de IJzersluizen aan de zgn. 'Ganzepoot'. Dit bekende art-deco gedenkteken werd ontworpen in 1938 door ontwerper De Ridder m.m.v. beeldhouwer Aubroeck. Als oorlogsmonument is het - hoewel geïnventariseerd Wereldoorlogerfgoed - niet beschermd maar toch in 1974 gerestaureerd tot bezoekerscentrum 'Westfront' met de evocatie van het minder bekende IJzerpanorama van kunstschilder Bastien.

Nabij het na WO1 volledig herbouwde dorpscentrum van Ramskapelle houden we een fotostop aan de beschermde station-memorial voor het kerstbestand 1914-1915. De Slag van Ramskapelle was beslissend voor het verloop van WO1: hier werd de Duitse invasie tot staan gebracht - wat belette dat Calais, Duinkerken en Boulogne in Duitse handen vielen, en begon de stellingoorlog. Een tweede fotostop houden we in Pervijze, aan de beschermde schuine betonnen observatiepost uit 1914.

Diksmuide is onze volgende halte met het traditioneel bezoek aan de 'Dodengang' langs de IJzeroever. Het vanouds goed bewaart geallieerd loopgravenstelsel bezit sinds 2015 een nieuw bezoekerscentrum. Met uitzicht op de IJzertoren houden we onze middagpauze. Dit bekende monument uit 1928 is, na in maart 1946 te zijn opgeblazen, herbouwd vanaf 1952. Beide Modernistische constructies zijn ontworpen door de architecten Van Averbeke en De Bondt. In 2014 is het bijhorend museum volledig heringericht en uitgebreid.

Op weg naar Poelkapelle houden we een fotostop in de wijk Madonna, waar in de sobere Modernistische bakstenen 'wederopbouw'-kerk uit 1938 (ontworpen door architect Vandesande) een merkwaardig beschermd orgel kan worden bewonderd, afkomstig uit de oudste Gentse St-Annakerk (Delhaye ca. 1720 -aangepast 1829 Van Peteghem).

Van het Vredesplein te Poelkapelle met het recente ‘Ieperboog Tank Memorial’ voor de soldaten van het tankcorps die er omkwamen in 1917, en het Guynemermonument uit 1923 voor de legendarische Franse oorlogspiloot die in 1917 boven Poelkapelle neerstortte (volgend jaar dus 100 jaar geleden - het dorp werd ter ere van de Franse piloot herdoopt tot Guynemer), gaat onze rondrit via het St. Juliaan Canadees monument - het sober memoriaal voor gesneuvelden bij de eerste Duitse chloorgasaanval (1915) en één der meest geslaagde monumenten van de frontstreek (anno 1923 ontworpen door de Canadese architect Clemeshaw), naar Zonnebeke. We wandelen van de Modernistische kerk en pastorie ontworpen door architect Hoste in 1921-1924 naar het vernieuwd 'Passchendaele Memorial 1917' museum voor een bezoek, gevolgd door een fotostop aan de Tyne Cot Cemetery ontworpen door de neoclassicistisch geïnspireerde Britse architect Baker - de grootste Commonwealth begraafplaats ter wereld (500.000 slachtoffers) uitgebreid in 2007 met een bezoekerscentrum en panoramisch uitzicht op het slagveld van Passendale.

Laatste etappe op de eerste dag is natuurlijk Ieper, waar we het niet-te-missen 'In Flanders' Fields' museum bezoeken. Overnachten doen we in deze na de Eerste Wereldoorlog volledig traditioneel herbouwde stad, om na het avondeten de indrukwekkende 'Last Post' aan de Menenpoort te kunnen bijwonen.

 

DAG TWEE gaat het richting de Franse grens via Mesen - de zgn. 'kleinste stad' van Vlaanderen met de heropgebouwde neo-romaanse kerk boven een behouden 11de-eeuwse crypte in WO1 in gebruik als bomvrij Duits hospitaal. Voorbij aan de toren van het Iers Vredespark (gebouwd 1998), het Ploegsteert Memorial voor vermiste Britse soldaten (opgericht 1931), de recent geopende 'Plugstreet 14-18 Experience' (een ondergronds interpretatiecentrum met een uitzonderlijke hoog technologische scenografie), en de memorials voor het Kerstbestand 1914-1915 te St. Yvon en (vooral) Frélinghien (site van de ondertussen legendarische voetbalmatch), steken we de Franse grens over naar Lens voor een fotostop bij het 'wederopbouw' reizigers- en goederenstation in sobere art-decostijl, anno 1927 ontworpen door architect Cassan, stagiair bij Le Corbusier. Door de realisatie met toen nieuwsoortige schaaldaken in gewapend beton refererend naar de industriële architectuur van de koolmijnen in de omgeving lijkt het station op een stoomlocomotief.

In het nabije Souchez-Notre Dame de Lorette bezoeken we het belangrijke nieuwe audiovisueel infocentrum 'Lens 14-18 - Centre Historique Guerre et Paix' ter nagedachtenis van de slachtoffers van de eerste Wereldoorlog - een architecturale parel lijkend op een 'Blockhouse', voorzien van een moderne scenografie (2015, ontwerp architect Faloci), gevolgd door een fotostop aan de indrukwekkende 'Anneau de la Mémoire' met 600.000 namen van rond Arras gesneuvelde soldaten, alfabetisch ongeacht de nationaliteit (2014, ontwerp architect Prost), ingepland boven een Duitse observatiepost met panoramisch zicht op het slagveld rond Arras. Na ons bezoek aan het kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog gebouwde, bekende 'Mémorial International 14-15 Notre-Dame-de-Lorette', een monumentale kapel en losstaande lantaarntoren met neo-Byzantijnse crypte (1921-1925, ontworpen door Rijselse architect Cordonnier, ook ontwerper van de nieuwe stadhuizen annex belforten van Armentières en Bailleul), houden we in de nabijheid onze middagpauze.

Een volgende fotostop brengt ons aan de Canadese cenotaaf 14-18 van het Crête-de-Vimy Memorial Park - opnieuw één der meest geslaagde art-deco monumenten ter herdenking van de gesneuvelden van de Eerste Wereldoorlog. Na een korte rit zuidwaarts richting Albert - anno 1916 het belangrijk strijdtoneel van de tragische Slag aan de Somme - houden we een volgende fotostop aan het bescheiden maar belangrijke tankmonument van Pozières. Hier werden in september 1916 voor het eerst tanks op het slagveld ingezet, belangrijk voor het verder verloop van de eerste Wereldoorlog.

In het nabije Thiepval bezoeken we daarom het Infocentrum van de Slag aan de Somme in een landschappelijk geslaagd geïntegreerd gebouw (2015, recent met panorama's van kunstenaar Sacco) vlak bij de bekende monumentale cenotaaf ontworpen door de beroemde Britse architect Sir Lutyens (triomfboog 2016 gerestaureerd door het Gentse studiebureau Bressers).

Een rit via het Picardisch front van de Sommeslag (vlakplateau tussen Albert, Bapaume en Péronne) zal ons langs een aantal relatief onbekende 'wederopbouwkerken' voeren, kerken die nochtans een belangrijke waardering verdienen - deze van Lamotte-Warfusée, Estrées-Deniecourt, Brie-sur-Somme, Roupy en Vermand. Voorbij aan Corbie (met dominante, in 14-18 grotendeels gespaard gebleven, laatgotische kerk van voormalige belangrijke benedictijnenabdij waar onze 'Gentse' H. Coleta, hervormster van de Clarissen, is geboren), en het indrukwekkende Australische 'National Memorial Cemetery' (1938, ontwerp in 'Palladiaanse' stijl door Sir Lutyens - 'Architect of the British Empire') midden het slagveld van Villers-Bretonneux en Le Hamel (waar in de lente van 1918 de eerste tank-tegen-tank veldslag in de geschiedenis plaatsgreep die het einde van de Eerste Wereldoorlog dichterbij bracht), gaat het langs de vanouds bekende Romeinse heerweg 'Chaussée Brunehaut', parallel aan de beruchte Duitse Hindenburg Linie uit 1914-1918, richting Péronne waar het bezoek aan het bekende 'Historial de la Grande Guerre' op het programma staat.

Picardië staat bekend om zijn vernieuwende religieuze Interbellum architectuur. Toonaangevend zijn de grotere memoriaalkerken van Roye en Moreuil (1928-1932, beide n.o.v. architecten Duval en Gonse), bijna kopieën van de ND du Raincy door de Parijse gebroeders Perret (1922). Fotostops zijn voorzien bij de minder bekende 'wederopbouw' plattelandskerken van Lamotte (1929-1931, architect Teissière), Estrées (1959, architect Quentin) en Brie (1924-1932, architect Debat). Richting onze tweede overnachting voorzien in Noyon komt daar aanvullend nog de art-deco kerk van het wederopbouwdorp Roupy bij (1922, architect-kunstschilder Charavel).

Overnachten doen we in het enige hotel dat het stadscentrum van Noyon rijk is, groot genoeg om onze groep te herbergen en rustig gelegen aan de voet van de vroeggotische kathedraal - de tweede van Frankrijk, na deze van Saint-Denis maar nog vóór deze van Laon en de Parijse Notre-Dame.

 

DAG DRIE gaat na het ontbijt van start met een wandeling rond de kathedraal van deze tot "Ville Martyre 14-18" verheven bezette stad die de latere president van Frankrijk, journalist en politicus Clémenceau de noodkreet ontlokte: "Les Allemands sont à Noyon - et nous politiquons..." ("De Duitse troepen bezetten al Noyon - op weg naar Parijs - en wij blijven maar debatteren..."). Alle sporen van de beschieting anno 1918 in de kanunnikwijk rond de kathedraal zijn nog niet verdwenen - maar als een wonder bleef de unieke houtconstructie van de kapittelbibliotheek gevrijwaard.

Van het tijdens de 'Groote Oorlog' verwoeste Picardië dat we aansluitend doorkruisen richting Aisne en Marne, is net als in West- en Frans-Vlaanderen tussen IJzer en Somme vandaag niets meer te zien.

Een circuit langs enkele verdere architecturaal belangrijke 'wederopbouwkerken' van de geteisterde dorpen zal ons duidelijk worden dat men - op de talrijke oorlogskerkhoven na - met een nieuwe start het beschadigde landschap zo snel mogelijk wou wegwerken. Zelfs van de voor de gelegenheid geherwaardeerde site van de gevreesde "Langer Max" - het zwaarste geschut door de Duitsers ooit geplaatst in Picardië nabij Coucy-le-Château - kan ter herinnering weinig getoond. Anders is het gesteld met de kerken op onze rondrit die in het Interbellum elk met een eigen aanpak - restauratie of nieuwbouw met decoratieve toepassing van het destijds door de Parijse gebroeders Perret gepropageerde gewapend beton - tot memoriekerken zijn verheven: o.a. Septvaux (gerestaureerde romaanse kerk), Brancourt (1928, architect Müller), Chavignon (1927-1932, architect Flacon), Monthenault en Martigny (1932 en 1928-1932, beide eveneens architect Müller)...

Aansluitend aan deze rondrit en onze middagpauze volgen we het tracé van de historische 'Chemin des Dames' - een Koninklijke weg aangelegd in de 18de eeuw op een heuvelrug hoog boven de Aisne, weg berucht geworden als strijdtoneel onder Napoleon in 1814, en opnieuw in 1914-1918 na de rampzalige mislukte veldslag tegen de Duitse stellingen rond Craonne, wat om reden van de vele slachtoffers zelfs tot een muiterij onder de Franse troepen leidde. Een bezoek aan het museum 'Drachenhöhle-Caverne du Dragon' ondergebracht in een oude steengroeve door de Duitsers ingericht als kazerne, nu omkaderd door een gedurfde hedendaagse architectuur, moet de nagedachtenis aan deze tragische gebeurtenis levend houden. Hier werden in 1917 de eerste tanks van Franse makelij ingezet - feit waaraan we op onze rit richting Reims door het Frans Nationaal Tankmonument worden herinnerd.

Voor het vervolg van onze kennismaking met het 'westelijk front' doorkruisen we de Ardenne- en Argonnestreek richting Verdun - ook één van de hevigste strijdtonelen van de Eerste Wereldoorlog die in het collectief geheugen moet bewaard blijven. Enkele der belangrijkste gedenksites zijn hier terug te vinden: het recent gerestaureerde monumentale Ossuarium van Douaumont en het pas volledig vernieuwde en uitgebreide 'Mémorial de Verdun 1914-1918'. Beide niet-te-missen symbolen voor de nagedachtenis van de tragische veldslag bij de forten rond Verdun staan op ons programma. De streek is bezaaid met gedenktekens aan de gebeurtenissen die aan 300.000 soldaten het leven kostten. Midden het net als de Vlaamse Westhoek geteisterde Argonne wacht ons laatste hotel, in de vandaag vredige bossen van Vienne-le-Château. Ooit was dit anders zoals duidelijk zal worden tijdens onze doortocht vanuit Verdun over Varennes - waar Lodewijk XVI in 1791 op zijn vlucht voor de Franse Revolutie is onderschept - en het woud waar het (heden verwaarloosde) hoofdkwartier van de Duitse kroonprins tijdens de Eerste Wereldoorlog was gevestigd - de beruchte "Kaiser-Bunker".

 

DAG VIER

De geschiedenis is nooit vrij geweest van conflicten, raids, opstanden, (burger)oorlogen. Daarom deze laatste dag een mix van een aantal historische sites van gebeurtenissen die het noorden van Frankrijk teisterden en de tastbare getuigenissen daarvan uit de voorbije eeuwen - van het Champagne-Marne-Argonnefront 14-18, over de Slag van Valmy die anno 1792 de Franse Revolutie redde, de imposante barokke memoriekerk van Asfeld, tot de 16de-17de-eeuwse versterkte kerken van de Thiérache...

Onze rondrit start met een kort bezoek aan een verborgen juweeltje van moderne architectuur te midden van de bossen van de Argonne: de hermitage van Saint-Rouin, afhankelijk van het nabije klooster van Beaulieu-en-Argonne gesticht door deze 6de-eeuwse Ierse missionaris na een conflict met de lokale 'heidense' heerser. Nadien trok Saint-Rouin zich terug in een kluis, op de plaats waar vandaag tussen 1954 en 1961 een kapel is gebouwd in ruw bekist zichtbeton, refererend naar de bunkers uit de Eerste Wereldoorlog in de omgeving. Het ontwerp is van architect-dominicaan Rayssiguier, volgeling van Le Corbusier, en medewerker van Matisse bij diens beroemde kapel in Vence (1949-1951).

Via Sainte-Menehould waar Lodewijk XVI op zijn vlucht werd herkend - het Romeinse 'Stadunum' ontstaan uit een Keltisch oppidum - een stemmig stadje met een homogene karakteristieke 17de-eeuwse bak-en-natuursteen architectuur, bezoeken we in Valmy het landschappelijk schitterend geïntegreerde 'Centre Historique 1792', opgericht bij de gereconstrueerde houten staakwindmolen waarrond zich de 'veldslag die de Franse Revolutie redde' heeft afgespeeld.

Via de symbolische 'Voie de la Liberté' waarlangs op het einde van de Tweede Wereldoorlog tussen de landingsstranden in Normandië en Bastogne in 1944 de bevrijding door de Amerikaanse troepen o.l.v. generaal Patton zijn weg zocht, en na een fotostop aan de Navarin piramide tussen Suippes en Sommepy - het monument voor de 'Armées de Champagne' uit 1924 - bereiken we Asfeld waar we in de buurt middagpauze houden.

In dit stadje bezoeken we aansluitend het indrukwekkende barokke architecturale meesterwerk van de Gentse dominicaan en bouwmeester broeder Romain, die ook de Parijse Pont-Neuf op zijn palmares heeft staan. Deze in 2009 gerestaureerde a-typische barokkerk in de vorm van een 'viola da gamba' dankt haar stichting aan (het einde van) een oorlog (Verdrag van Nijmegen) en is één van de merkwaardigste bakstenen bouwwerken uit de 17de eeuw in noordwest Europa.

Als laatste verwijzing naar de Eerste Wereldoorlog doen we het "village-martyre 14-18" Le Thour aan, volledig vernield door terugtrekkende Duitse troepen door zijn ligging op de Hindenburg-linie, en als modeldorp in destijds 'moderne' bak-en natuursteenstijl volledig heropgebouwd.

De Thiérarche (Nederlands: Tierasse), een dunbevolkte grensregio met België gekenmerkt door zijn typische 'versterkte kerken' of 'weerkerken', vormt het eindpunt van ons programma rond het thema 'conflicten'. Als eerste kennismaking met dit fenomeen van gehaaste versterking houden we een fotostop in Noircourt. Tussen de 13de en de 18de eeuw werd het noordoosten van Frankrijk herhaaldelijk belaagd door de Engelsen, de Habsburgers, de Hongaren, Spaanse en Franse huurlingen, zelfs Hollandse plunderaars... Die invasies noodzaakten de bewoners bij gebrek aan burchten en kastelen, zich te verschansen in hun op 'donjons' lijkende dorpskerken, waarvan sommige toch nog opklimmen tot de romaanse periode. Onkosten voor de versterking moesten meestal gefinancierd door kerkschatten en -mobilair te verkopen - vermoedelijk de reden waarom al deze kerken er van buiten 'opgelapt' uitzien, en binnenin sober, zelfs armoedig.

De Thiérarche is grosso-modo in te delen in 3 zones: de zuidelijke zone in de vallei van de Serre, een middenzone rond Vervins, en een noordelijke zone aan de bovenloop van de Oise. Achtereenvolgend bezoeken we de meest representatieve van de méér dan 65 tot versterkingen verbouwde kerken: Parfondeval, Archon, Cuiry-les-Iviers, Morgny-en-Thiérachie, Jeantes, Bancigny, Plomion, La Bouteille, Autreppes, Englancourt, Malzy, Monceau-sur-Oise en tenslotte Macquigny. In dit laatste dorp houden we eveneens ons afscheidsdiner, alvorens de huisreis aan te vatten...

 

Reservaties kunnen vanaf nu al worden bevestigd met de vermelding “STUDIEREIS 2017 + FORMULE DOUBLE, TWIN OF SINGLE + EVENTUEEL AANTAL PERSONEN” SAMEN met een voorschot van resp. €290 per persoon (DOUBLE of TWIN) of €380 (SINGLE) te storten op ons nieuw KBC banknummer BE57 4412 0720 0135. De totale deelnameprijs per persoon in VOLPENSION bedraagt €490 in gedeelde kamer en €580 in single kamer.

Wacht niet te lang: er is spijtig genoeg opnieuw slechts plaats voor 47 inschrijvingen!

Niet-leden dienen eerst lid te worden.

Om nutteloze onkosten voor de GVSALM te vermijden kan slechts tot 2 maanden vóór begin van de reis zonder kosten geannuleerd worden, waarna voor administratiekosten de gestorte inschrijving mits afhouding van het voorschot kan terugbetaald worden. In de laatste maand, zelfs door overmacht, kan geen terugbetaling meer gebeuren gezien de vereniging de gedane reservaties volledig zal moeten vergoeden…
(Het staat de deelnemer vrij eventueel zelf een annulatieverzekering af te sluiten bij een maatschappij naar keuze.)

contactpersoon: Guido Deseijn - Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
prijs: leden: 490€ / 580€ per persoon
niet-leden: geen deelname door niet-leden